Skip to main content Skip to main nav

Energievoorziening: beschikbaar, betrouwbaar en betaalbaar (E3B). Achtergrondrapport

Waterschappen worden door de ontwikkelingen op energiegebied - elektrificatie, netcongestie, geopolitieke ontwikkelingen e.d. - gedwongen hun energievoorziening de komende jaren meer strategisch vorm te geven. Dit vraagt zowel een technisch-inhoudelijke reactie als bestuurlijke aandacht. Dat is de belangrijkste conclusie van dit rapport, dat verslag doet van de resultaten van het E3B-project. Naast deze achtergrondrapportage is er ook een bestuurlijk-strategisch handelingsperspectief (2024-05) opgeleverd.

De energietransitie en de energiecrisis door geopolitieke ontwikkelingen hebben invloed op de energievoorziening in Nederland. Dit, samen met de afhankelijkheid van energie, maakt energie een strategische asset voor de waterschappen. Doel van het E3B-project was te onderzoeken wat de impact van deze ontwikkelingen is op de primaire taken van het waterschap en welke handelingsperspectieven de waterschappen hebben.

De wereld rond de energievoorziening is in de afgelopen jaren totaal veranderd. De vanzelfsprekendheid en onbegrensde mogelijkheden voor inkoop en transport van elektriciteit zijn omgeslagen in een situatie waarin elektriciteit een beperkende factor kan worden. Waterschappen zullen in de komende jaren de toenemende elektriciteitsvraag die nodig is, bijvoorbeeld om aan de waterkwaliteitseisen te kunnen voldoen, zelf - achter de eigen elektriciteitsmeter - moeten oplossen of oplossingen moeten vinden in overleg met hun netbeheerder. Een intensiever gebruik van het elektriciteitsnet is in bijna geheel Nederland uitgesloten. Dat geldt dus ook voor het verzwaren van netaansluitingen van de rwzi’s en het terugleveren van elektriciteit door zonnevelden. Het zal zeker tien jaar duren voordat hier verandering in komt en dan nog is het de vraag of de aanpassingen in het net de ontwikkelingen rond elektrificatie voor kunnen blijven.

De betrouwbaarheid van energielevering gaat mogelijk beïnvloed worden door de groei van de decentrale opwek van elektriciteit uit zon en wind en de toenemende elektrificatie bij verduurzaming. Het risico op netuitval neemt toe. Ook zullen de toenemende digitalisering en automatisering een grotere afhankelijkheid creëren ondanks dat de netbeheerders sturen op een gelijkblijvende betrouwbaarheid. Desondanks kan een korte uitval wellicht vaker gaan voorkomen. De opstellers van dit rapport adviseren in het licht hiervan te onderzoeken wat een uitval van enkele uren of met een hogere frequentie van uitval kan betekenen en hoe het waterschap hierop kan anticiperen.

Naast de beschikbaarheid speelt ook de kostenontwikkeling van energie. Kostenstijgingen van 200 procent in de afgelopen paar jaar zijn geen uitzondering. Ook wordt in de politiek gesproken over mogelijke beperking van het energiebelastingvoordeel voor grootverbruikers als gevolg van het voornemen fossiele subsidies af te schaffen. Voor de waterschappen betekent dit enkele tientallen miljoenen euro’s per jaar. Gelet op de dynamiek van de energietransitie en de geopolitieke situatie is de prijsontwikkeling van elektriciteit onzeker. De eigen opwek en mogelijkheden voor opslag kunnen hier in de toekomst meer prijsstabiliteit in brengen. Eén ding is zeker: hogere energiekosten zijn een blijvertje.

De algemene conclusie is dat de waterschappen per direct aan de slag moeten met hun energievoorziening, aldus de opstellers van dit rapport. De belangrijkste eerste stap is om het onderwerp te borgen binnen de organisatie, zowel qua uitvoering als bestuurlijk. Binnen het waterschap moeten de huidige netaansluitingen van rwzi’s en gemalen technisch inhoudelijk tegen het licht gehouden worden, om zodoende toekomstige knelpunten vast te stellen. Naar buiten toe moet er periodiek overleg plaats vinden tussen het waterschap, netbeheerders en de directe omgeving om toekomstige bottlenecks weg te nemen. De waterschappen worden dus gedwongen om hun elektriciteitsvoorziening in de komende jaren meer strategisch vorm te geven.